Voorjaar breekt aan, koffie op het terras, een wandeling in de zon, het eerste glas rosé in de tuin met de vriendengroep. Je hebt een netwerk om mee te delen lief en leed. Er is ook een grote groep, die groter is dan jij en ik ons voor kunnen stellen voor wie dit netwerk een droom zou zijn, altijd alleen zijn, een struggle van alle dag. Nooit de opgewektheid van het voorjaar, maar altijd die sluier van de herfst ervaren. Stille eenzaamheid.
In mijn vak als uitvaartadviseur zie ik veel van deze mensen. Het schrijnende is dat deze groep, als het er op aan komt, niemand heeft om op terug te vallen. Stel je eens voor, je telefoon gaat en er klinkt een breekbare stem aan de andere kant van de lijn. Een stem die mij vertelt dat ze is uitbehandeld en wat moet gaan regelen zoals ze zei, voor als ‘ze’ me komen halen.
Dit gebeurde mij begin dit jaar. Ik kreeg kippenvel tot op het bot. Ik plan een afspraak in met haar en we drinken koffie, we kletsen en er ontstaat een ontroerend gesprek. Een gesprek over hoe het zo gekomen is dat ze er alleen voor staat.
Ik voel mijn ogen nat worden, vlug kijk ik door het raam naar buiten van haar prachtige appartement. We zijn even stil. Els, want zo heet ze, ik zal er zijn wanneer het zover is, dat beloof ik. En als ik het niet ben dan is het mijn collega. We leggen al haar wensen vast, ook bij de notaris en de huisarts, zo zegt ze, nu kunnen ‘ze’ me komen halen.
Je ziet een last van haar schouders vallen. Zo af en toe bel ik haar even. Als er een update over haar gezondheid is dan appt ze mij. Zo worden de voorbij kruipende minuten, plots voorbij kruipende kwartieren voor haar…